Skip to content

Gevraagd advies conceptvisie Jeugdhulp Leidse regio

17/04/2019

Gevraagd advies inzake conceptvisie jeugdhulp Leidse regio versie d.d. 21 maart 2019

Uitgebracht door de Adviesraad Sociaal Domein Leiden d.d. 17 april 2019

De Adviesraad is verheugd dat de gemeenten in de Leidse regio met de aanbevelingen uit de landelijke evaluatie Jeugdwet en de rapportage van de Rekenkamercommissie¹ aan de slag zijn gegaan. Deze sluiten aan bij onze eerdere uitgebrachte adviezen. We onderschrijven de visie dan ook in grote lijnen.
Bij de adviesaanvraag is gevraagd zaken te benoemen die we missen in deze visie. Hieronder geven we deze per paragraaf en pagina weer en we geven ook aandachtspunten, die bij de uitwerking van het beleid voor ons van belang zijn. We denken graag mee over het vervolgtraject van de visie.

2.1, p. 5: Hier wordt beschreven dat doen wat nodig is voor een ononderbroken ontwikkeling van het kind te vaak nog niet voorop staat. We vragen ons af wat dan wél voorop staat? We adviseren nader uit te zoeken waar dit mee te maken heeft.

2.2, p. 7: Verwijscijfers. Huisarts (32%) en JGT (22%) vormen samen 54%. Wie vormen de verwijzers van de andere 46% naar Jeugdhulp?

2.4, p. 10: Hier staat dat de vele inzet van specialistische hulp en ondersteuning niet altijd nodig lijkt. Als Adviesraad krijgen we andere signalen van cliënten. We horen namelijk dat kinderen en jongeren nogal te laat bij de juiste (specialistische) hulpverlening terecht kunnen omdat eerder niet de noodzaak hiervan wordt onderkent door de hulpverlener in het JGT.

3.1, p. 11: In deze paragraaf wordt geen onderscheid gemaakt tussen de kinderen van 0-12 jaar en van 12 jaar en ouder. Kinderen ontwikkelen zich naar volwassenheid tot een autonoom individu en dit dient terug te komen in de wijze waarop ze benaderd worden. Voor oudere jongeren is het dus niet altijd helpend of juist frustrerend wanneer het hele gezinssysteem erbij wordt gehaald. We adviseren een opsplitsing van doelgroepen voor de Jeugdhulp in onder en boven de 12 jaar.

p. 12: Het is een lofwaardig streven dat jeugdigen en ouders in de toekomst zonder of met minder hulp en ondersteuning kunnen. We willen echter erop wijzen dat juist kinderen/jongeren en hun ouders in een kwetsbare positie beperkte mogelijkheden hebben hun zelfredzaamheid te vergroten en langere tijd niet zonder ondersteuning kunnen. Het ontvangen van de juiste hulp biedt hen een stabiele basis van waaruit werken naar het vergroten van zelfredzaamheid en eigen regie, hoe klein en onbeduidend deze stappen ook kunnen lijken in absolute cijfers, al een enorme vooruitgang kunnen betekenen in de kwaliteit van leven. We adviseren dan ook rekening te houden met de beperkte mogelijkheden van sommige doelgroepen in de jeugdhulp.

3.2 Om te kunnen normaliseren moet de hiervoor benodigde infrastructuur op orde en de betreffende instellingen in het voorliggende veld voldoende toegerust zijn om dit te kunnen uitvoeren. Dit verlangt een investering, maar ook een omslag in denken en doen, van alle betrokkenen, waarbij de behoeften van de specifieke doelgroepen die niet kúnnen normaliseren, niet uit het oog moeten worden verloren. We vragen hiervoor aandacht bij de uitwerking.

3.3 Inzet op preventie en vroegsignalering is vanzelfsprekend wenselijk om in vroegtijdig stadium knelpunten en problemen te herkennen en daarop te acteren. We vragen ons echter af welke bevoegdheden/ maatregelen er extra genomen worden om deze taken die reeds belegd zijn bij de JGZ beter tot uitvoer te laten komen. In de uitvoering is aandacht nodig voor afstemming en samenwerkingsafspraken met de andere aan te wijzen signaleerders.
Daarnaast wordt in deze paragraaf gesteld dat dichtbij (de vindplaats van het gezin en de jeugdige) beter is. We willen er echter op wijzen dat mensen, waaronder veel jongeren, het juist níet prettig vinden om in hun eigen buurt bij de hulpverlening binnen te lopen, zodat voor iedereen duidelijk is dat zij ‘iets’ hebben. Dit kan ongewenste stigmatisering in de hand werken. Hiervoor adviseren we dat mensen te alle tijden keuzevrijheid hebben in waar ze hulp kunnen krijgen.

4. We onderschrijven de randvoorwaarden. We vragen daarbij aandacht voor de uitwerking van 1 gezin 1 plan 1 regisseur en dan met name de rol en taken van de regisseur. Vooral bij gezinnen in een kwetsbare positie, waaronder multiproblem gezinnen, is het juist van belang dat de regiehouder dicht bij het gezin staat.

5.1 We zijn positief over het beschreven principe handelen vanuit gezamenlijke verantwoordelijkheid. We adviseren echter hierbij wel rekening te houden met de voorkeur van de betrokkenen.

Tevens willen we aandacht vragen voor het toepassen van de AVG binnen het partnerschap. In het gehele visiestuk komt het onderwerp privacy niet aan bod. Er moet voor gewaakt worden dat ongewenst en mogelijk onbedoeld privacy gevoelige gegevens beschikbaar zijn voor niet relevante gemeentelijke afdelingen of andere partijen. We willen hierbij verwijzen naar het recente schrijnende geval in Utrecht waar gegevens van duizenden cliënten Bureau Jeugdzorg zijn gelekt.

p.18: Bij de formulering van de opdracht toegang adviseren we ook de functie van onafhankelijke cliëntondersteuning te borgen. Evenzo ook de cliëntparticipatie. Bij aanbieders is dit veelal belegd, maar bij de toegang (nog) niet.

p.18: We adviseren cliëntervaringen ten behoeve van de kwalitatieve monitoring te laten verzamelen door een van de gemeente onafhankelijk orgaan.

p.19 en 22, fase 4. We adviseren bij de aanbesteding voorwaarden en eisen op te stellen waarmee de cliënt gebaat is. De aanbesteding van een veelheid aanbieders zoals momenteel de situatie is, leidt niet altijd tot een betere kwaliteit van de jeugdhulp. Maar daarentegen is het ook van belang dat er ruimte en mogelijkheid is om benodigde specialistische hulp in te kopen die buiten de gecontacteerde partners valt.

¹ Rekenkamercommissie Leiden & Leiderdorp, Toegang tot de Jeugdhulp (2018)

Adviesraad Sociaal Domein Leiden
17 april 2019

Bericht delen