Van de kinderen en jongeren tot 23 jaar kreeg bijna een op de tien in 2020 jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering. Het aantal jongeren in jeugdzorg daalde ruim 3 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Dat blijkt uit de voorlopige jeugdzorgcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Jeugdhulp
In 2020 ontvingen bijna 417 duizend jongeren jeugdhulp. Dat zijn er ruim 14 duizend minder dan in 2019. Vooral het aantal jongeren met ambulante hulp is sterk gedaald. De gemiddelde duur van afgesloten jeugdhulptrajecten is in 2020 opnieuw toegenomen, naar 391 dagen. Dit is een stijging van 31 dagen in vergelijking met 2019.
Coronacrisis
De daling in jeugdhulpgebruik is in ieder geval deels te verklaren door de coronacrisis. Mensen waren tijdens de lockdowns huiverig om zorginstellingen te bezoeken. In deze maanden is dan ook een duidelijk lagere instroom te zien. Toch lijkt de daling in het jeugdzorggebruik niet uitsluitend toe te schrijven aan de coronacrisis, zegt Afke Donker van het Nederlands Jeugdinstituut. ‘In dat geval zou na de eerste lockdown een inhaalslag te zien zijn, maar dat is niet zo. Welke andere factoren de daling verklaren is nog onduidelijk.’
Jeugdreclassering
De daling van het aantal jongeren in de jeugdreclassering komt waarschijnlijk deels omdat er anders is omgegaan met schoolverzuim. Al voor corona werd beleid ingezet dat ervoor moest zorgen dat schoolverzuim minder vaak noodzaakte tot de inzet van jeugdreclassering. Tijdens corona waren ouders en kinderen soms bang om terug naar school te gaan. Daar hebben scholen en leerplichtambtenaren veel gesprekken over gevoerd, maar geen melding van gemaakt.
Jeugdbescherming
In 2020 kregen ongeveer evenveel jongeren jeugdbescherming als in 2019. Wel daalde het aantal nieuw gestarte trajecten met ruim 10 procent. Die daling startte al voor de lockdown. De daling was op dat moment weliswaar niet zo groot als tijdens de lockdown, maar het lijkt er wel op dat de daling zich heeft doorgezet. Tegelijkertijd nam ook het aantal afgesloten trajecten af. Volgens Donker maakten veel jeugdprofessionals zich zorgen dat tijdens de coronacrisis problemen gemakkelijker ‘achter de voordeur’ zouden blijven omdat ze minder op huisbezoek gingen. ‘Tegelijkertijd zijn er signalen van gezinnen die tijdens de coronacrisis veerkracht en creativiteit lieten zien. Hierdoor konden zij het op eigen kracht redden’, aldus Donker.
Veerkracht van kinderen en jongeren
‘Het is vooral interessant om te bezien hoe deze cijfers zich verhouden tot andere signalen over hoe het gaat met kinderen’, zegt Donker. ‘We weten dat kinderen en jongeren met veel veerkracht op de coronacrisis kunnen reageren, maar ook dat de pandemie een grote impact heeft op het mentale welbevinden van sommige kinderen en jongeren. Hebben we deze kinderen voldoende in beeld? Het is cruciaal dat deze kinderen de juiste ondersteuning krijgen van hun omgeving om terug te veren. In welke mate daar jeugdzorg bij nodig is, gaan we komende jaren zien.’