Betreft: Gevraagd advies inzake concept Monitor Sociaal Domein Leiden 2022, versie 26 augustus 2022.
Uitgebracht door de Adviesraad Sociaal Domein Leiden d.d. 20 september 2022
Op 26 augustus jl. ontving de Adviesraad het concept van de Monitor Sociaal Domein 2022 met de adviestermijn van 12 september. Vanwege de krappe adviestermijn van 10 werkdagen, zijn wij er niet in geslaagd het advies binnen deze termijn uit te brengen. Wij verzoeken het college daarom met klem de gebruikelijke adviestermijn van 6 weken in acht te nemen teneinde kwalitatieve adviezen uit te kunnen brengen. Hieronder vindt u onze adviezen. Deze zijn onderverdeeld in adviezen die het gehele stukbetreffen en adviezen die specifiek over geformuleerde passages gaan.
Algemeen:
In eerdere documenten heeft u aangegeven dat de Monitor Sociaal Domein voor de gebruiker (waaronder zeker ook de gemeenteraad) alleen een signaleringsfunctie heeft. En dan niet om eventueel tussentijds de koers (beleid en uitvoering) bij te stellen, zoals de Adviesraad eerder in 2020 en 2021 adviseerde, maar het moet de lezer inzicht bieden waar verdiepend onderzoek nodig is. Sturing vindt plaats in de budgetcyclus en tweejaarlijks worden resultaten aan de doelen getoetst uit de Visie op sociaal domein, zo begrijpen wij uit uw reactie op ons advies op de monitor van 2021.
De concept Monitor Sociaal Domein 2022 vinden wij als signaleringsinstrument voor verdiepend onderzoek tekortschieten. Ook is de Adviesraad nog steeds van mening dat de Monitor Sociaal Domein de gemeenteraad eigenlijk zou moeten faciliteren in haar controlerende en kaderstellende rol in relatie tot het gemeentelijke sociaal domeinbeleid. De documenten uit de reguliere budgetcyclus leveren de Raad hiervoor namelijk alleen de ‘hoog over’ informatie op.
De concept Monitor-rapportage 2022 die ons is aangeleverd, voldoet volgens de Adviesraad niet als signaleringsinstrument, maar zeker niet als instrument om de gemeenteraad te faciliteren in haar controlerende en kaderstellende rol. Dit heeft volgens ons een aantal redenen. De Monitor-rapportage is ten eerste een te omvangrijk tabellenboek geworden waarin het moeilijk is om als lezer je weg in te vinden. Er staan heel erg veel cijfers in en ook vaak voor de lezer moeilijk te doorgronden tabellen (bijvoorbeeld de tabel op pagina 25). Er worden verder ook allerlei ontwikkelingen in de tijd beschreven en vergelijkingen tussen Leiden en vergelijkbare groepen gemeenten. Dat is op zich interessant, maar helaas worden deze ontwikkelingen in de tijd en eventuele verschillen met andere gemeenten niet voorzien van duiding. De lezer weet daarom niet of het wel of geen ontwikkeling/verschil is waar hij of zij wat mee moet doen. Tot slot vinden we het echt een gemiste kans dat in de hele rapportage geen informatie te vinden of in Leiden de uitvoering van het sociaal domeinbeleid bijdraagt aan de door het college beoogde doelen/effecten. Dit is natuurlijk in de kern het vraagstuk waarom het college door de Raad gecontroleerd wordt.
Kijken we specifiek naar het enge doel dat het college voor ogen had met de Monitor Sociaal Domein, het signaleren van waar verdiepend en nader onderzoek nodig is, dan zou de voorliggende conceptrapportage meer context en duiding moeten bieden. Opmerkelijke ontwikkelingen, verwonderpunten, zorgpunten zien we (zoals hier al aangegeven) niet vermeld en goed geduid. De genoemde verdiepingsonderzoeken in hoofdstuk 5 lijken verder niet uit de eerder in de rapportage gepresenteerde cijfers te volgen, althans de relatie wordt niet expliciet vermeld. Overigens vinden wij de genoemde onderwerpen voor verdieping zeker van belang. Het is dan ook positief dat daarmee nu een start is gemaakt.
De motie ‘Meer grip op het sociaal domein’ vraagt om de informatiewaarde van de monitor te verhogen. U heeft daarvoor in deze monitor enkele indicatoren gekoppeld aan uitgaven. Dat is één manier van kijken, uit bovenstaande zal duidelijk zijn geworden dat de Adviesraad meer/andere mogelijkheden ziet om de informatiewaarde en daarmee gebruikswaarde van de Monitor voor onder andere de Gemeenteraad te verhogen.
Om de gebruikswaarde van de Monitor Sociaal Domein te vergroten, adviseren wij het volgende:
- Maak voor de lezer meteen aan het begin van het document duidelijk wat de functie is van de monitor en ook wat het dus niet is.
- Beperk de hoeveelheid cijfers en tabellen in het document. Het document zou zich moeten beperken tot kerncijfers om de gemeenteraad in staat te stellen de ontwikkelingen in het sociaal domein te volgen en de effecten van de uitvoering van het gemeentelijke beleid daarop.
- Neem bij ieder beschrijvend hoofdstuk een korte conclusie/beschouwing op.
- Geef duiding aan ontwikkelingen in cijfers over de tijd of eventuele geconstateerde verschillen tussen Leiden en andere gemeenten. Wat zeggen deze ontwikkelingen of verschillen, en zijn ze wel of niet een gevolg van ingezet Leids beleid?
- Voeg tot slot ook informatie toe over de ontwikkeling op de door het college met het sociaal domeinbeleid beoogde doelen/effecten. Dit maakt de Monitor Sociaal Domein volledig en zelfstandig leesbaar. We realiseren ons dat er dan op dit punt een overlap is met de programma-jaarrekening uit de budgetcyclus. Het is echter voor de lezer van de Monitor Sociaal Domein behulpzaam alles in een document te kunnen vinden.
Het uitbrengen van de monitor, ziet de Adviesraad tot slot als een kans om de nieuwe gemeenteraad verder in te werken in de beleids- en budgetcyclus. Het zal hierbij voor de nieuwe raadsleden behulpzaam zijn als in een aparte A4 (oplegger) wordt uiteengezet wat de relatie is van alle onderdelen van deze cycli en wat de functie van de monitor daarin is. Dat biedt de Raadsleden een context om de monitor te plaatsen. De oplegger zou wat ons betreft dan verrijkt moeten worden met wat het college zelf als ‘verwonder- of aandachtpunten’ uit de monitor heeft gehaald en of dit haar tot aanvullende acties aanzet.
Specifiek:
- Paragraaf 1.1 Kaders. Hetgeen hierin wordt beschreven zijn volgens ons geen kaders van de monitor. De relatie tussen bv. de Visie en de monitor wordt niet uitgelegd.
- Paragraaf 1.1.1. Global Goals. In deze alinea staat dat de SES ’een goed indicatie is over hoe het staat met de bijdrage die de gemeente levert aan de global goals.’ Dit suggereert volgens de Adviesraad een causaal verband tussen gemeentelijk beleid en SES. Dat is volgens ons nogal een aanname, waarvan we in het document geen onderbouwing vinden. Deze tekst/paragraaf moet feitelijke worden onderbouwd, of worden aangepast. De bij deze paragraaf behorende ‘bijlage 2’ is voor de lezer overigens onbegrijpelijk en zou weggelaten moeten worden of echt goed worden toegelicht.
- In de hoofdstukken 2 en 3 worden op veel plaatsen ontwikkelingen beschreven die in het algemeen voor de lezer moeilijk te duiden zijn, ook bijvoorbeeld of deze verband houden met bijvoorbeeld demografische ontwikkelingen. Soms ook missen we juist cijfers die voor het beleid relevant zijn. Voorbeelden (niet uitputtend) die voorgaande illustreren zijn:
- Wat betekent het dat Leiden zoveel meer jeugdhulp zonder verblijf biedt?
- Wat is de reden dat 15% van de jeugdhulptrajecten voortijdig wordt beëindigd?
- De cijfers over zelfstandig wonende ouderen zijn niet meer opgenomen (blz. 33). Dat is wat de Adviesraad betreft heel jammer: is het juist niet zo dat gemeenten extra attent moeten zijn of deze ouderen het inderdaad nog wel redden? Of dat andere zorg (bv verbindingen met wijkzorg) nodig zijn?
- Hoofdstuk 3.4.1.2 Geef aan wat re-integratievoorzieningen zijn, wie daarvoor in aanmerking komt? Hoeveel trajecten zijn succesvol geweest, en vanuit welk perspectief (duurzaam op reguliere baan, sociale activering et cetera)? In welke mate zijn er in het kader van het niet nakomen van re-integratieverplichtingen maatregelen opgelegd? Hoe kan het zo zijn dat aantal trajecten zo fors is gedaald, is dat bijvoorbeeld een effect van Corona?
- Het merendeel van de cliënten P-wet met een periodieke uitkering heeft die langer dan 4 jaar. Is dat opvallend of juist niet? Komen die ook in aanmerking voor een van de in tabel 3.4.2.2 genoemde trajecten opgenomen? Geef een korte beschrijving van wat het doel is van die trajecten, alleen de naam noemen zegt niks.
- Wat is de ontwikkeling in het gebruik van inkomensvoorzieningen en regelingen: bijzondere bijstand etc.? Het is juist in deze tijd van belang te weten te komen wie gebruik maakt en wie niet (en waarom niet).
- 3.4.2.3 geeft CBS cijfers over armoede. Hoe verhoudt zich dat tot de SCP-definitie. En wat is de relatie met het gebruik van voorzieningen en regelingen?
We missen in deze paragraaf verder met node ook informatie over de omvang van de kinderarmoede in Leiden. Hoeveel Leidse kinderen gaan vanwege de financiële situatie van hun ouders of verzorgers zonder (gezond) ontbijt naar school? Hoeveel kunnen om die reden niet deelnemen aan sport en cultuur? En hoe staat het in dit verband met het gebruik van de stichting leergeld en het regionale Jeugdfonds Sport en Cultuur?
- Wat is bekend over ontwikkelingen in de schuldhulpverlening? Idem de inburgering? Ook onderwerpen die horen tot het sociaal domein.
- De hoofdstukken 2 en 3 bevatten verder tabellen waarvan de inhoud verwarrend is. Moet de lezer de tabel 27 op pagina 42 bijvoorbeeld lezen als dat alle in de tabel gepresenteerde cijfers met 1.000 euro moeten worden vermenigvuldigd? Dit zou alleen al voor het VSV-beleid in Leiden een miljarden-beleidsuitgave suggereren. Ook de tabel die op pagina 25 van het concept is opgenomen, is ook voor de gemiddelde lezer onleesbaar. De tabel bevat te veel cijfers, en mist verder elke duiding. Alle in de concept Monitor opgenomen tabellen, inclusief de hiervoor benoemde twee, zouden eens goed nagelopen moeten worden. De vragen daarbij zouden volgens de Raad steeds moeten zijn: is de tabel voor het doel van de monitor nodig? Zo ja, klopt de inhoud ervan en kan de tabel in de begeleidende tekst aan de lezer beter worden toegelicht.
- Paragraaf 3.4.3 heeft als kop ‘ervaren effectiviteit Participatieweg / Klant ervaringsonderzoek’. De gepresenteerde informatie in deze paragraaf gaat echter in zijn totaal niet over de ervaren effectiviteit, er worden alleen uitkomsten gepresenteerd over hoe cliënten op onderdelen de Leidse uitvoering van de Participatiewet (inclusief begeleiding) ervaren.
Het in de tekst van deze paragraaf benoemde zeer lage responspercentage (11,1%) op het Klant Ervaringsonderzoek valt op, maar wordt niet verklaard. Ook valt niet te lezen of de 11,1% van de klanten die wel heeft deelgenomen, representatief is voor de totale groep Leidenaren dat gebruik maakt van de Participatiewet.
- 5 Stand van zaken onderzoeksagenda. De in dit hoofdstuk beschreven aangekondigde nadere onderzoeken betreffen tot slot allemaal de onderwerpen die twee jaar geleden zijn geformuleerd. De Adviesraad zou hier verwachten dat er wordt ingespeeld op de actualiteit. De huidige ontwikkelingen rondom de energiearmoede en de hyperinflatie noodzaken ons inziens tot het monitoren van de financiële situatie van de Leidse huishoudens met lage (en misschien inmiddels ook midden) inkomens. Wat is hun gebruik van inkomensvoorzieningen en (schuld)hulpverlening. Informatie uit zulke actuele monitoring zou het college kunnen helpen additionele beleidsinzet te formuleren om te voorkomen dat het aantal Leidse huishoudens in problematische schuldsituaties enorm gaat groeien. Er zou uit onderzoeken informatie beschikbaar moeten komen om gericht bij risicogroepen niet-gebruik van minimavoorzieningen en schuldhulpverlening te verlagen.
Tot slot
We kijken uit naar de evaluatie van de visie sociaal domein, die oorspronkelijk voor 2021 voorzien was, maar tot op heden nog niet is uitgevoerd. Verder kijken we uit naar het ontwikkelen van een normenkader, zoals genoemd in paragraaf 1.2.
Adviesraad Sociaal Domein Leiden
20 september 2022
Hieronder kunt u het advies downloaden:
Gevraagd advies concept Monitor Sociaal Domein Leiden 2022
Bijlage bij Gevraagd advies inzake concept Monitor Sociaal Domein 2022, versie 26 augustus 2022
Uitgebracht door de Adviesraad Sociaal Domein Leiden d.d. 20 september 2022
Op 26 augustus jl. ontving de Adviesraad als bijlage bij het concept van de Monitor Sociaal Domein 2022 het onderzoeksrapport Impact stopzetting ‘Tegemoetkoming Zorg’. De Adviesraad Sociaal Domein Leiden reageert in deze bijlage bij het ons gevraagde advies inzake concept Monitor Sociaal Domein 2022 op de inhoud van dit rapport.
Bij lezing van het rapport valt ons het volgende op:
- Er hebben maar weinig gebruikers van de stopgezette regeling aan het onderzoek meegedaan. De Adviesraad deelt de gevolgtrekking die de onderzoekers in het rapport hebben opgenomen, namelijk dat door het kleine aantal respondenten de beschreven uitkomsten niet representatief zijn. Op basis van de onderzoeksuitkomsten konden de onderzoekers dan ook geen conclusies trekken voor de gehele ex-gebruikers van de stopgezette regeling. De Adviesraad mist echter in het rapport een verklaring waarom de non-respons zo hoog was. Ook zijn we benieuwd of de onderzoekers nog wel zijn nagegaan of er sprake is van selectieve respons (of non-respons). Indien bepaalde groepen, bijvoorbeeld de minst of de juist meest kwetsbare groepen bewust niet hebben meegedaan, is de zeggingskracht van het onderzoek namelijk nog geringer.
- Het rapport opent met de constatering dat er sinds de decentralisatie van taken van het Rijk naar de gemeenten er veel veranderingen geweest zijn die effect hebben op het huishoudboekje van kwetsbare groepen. In de onderzochte periode zijn er maar liefst vijfenveertig veranderingen in wet en regelgeving binnen de Wmo en Zorgverzekeringswet en lokaal veranderingen in het minimabeleid doorgevoerd, zo valt in ieder geval in het rapport te lezen. Heel veel veranderingen dus die vaak direct of indirect het huishoudboekje van kwetsbare groepen raken. Een groep die dag in dag uit te maken heeft met cumulatie van zorgkosten. Het verwondert de Adviesraad dan ook niet om te lezen dat de respondenten zich niet direct de effecten van de stopzetting van de Leidse regeling ‘Tegemoetkoming Zorg’ kunnen herinneren, laat staan isoleren van de inkomenseffecten die alle andere maatregelen op hun portemonnee hebben gehad. De Adviesraad vindt dan ook dat er ten onrechte door de onderzoeker van uitgegaan is dat het geïsoleerde effect van de stopzetting van de regeling met interviews te achterhalen zou zijn geweest. Het onderzoek in deze opzet had volgens de Adviesraad nooit tot het gewenste inzicht kunnen leiden, en is vanuit dat perspectief geen doelmatige besteding geweest van middelen.
- De Adviesraad is verder van mening dat er geen onderzoek nodig is om vast te stellen dat het afschaffen van de tegemoetkoming de betrokken groep in de portemonnee heeft geraakt. De regeling werd namelijk gebruikt door een groep met een laag inkomen en hoge en vaak cumulerende zorgkosten. Het is verder ook een groep die geen of heel weinig verdienvermogen had om de weggevallen tegemoetkoming te compenseren. Die mogelijkheid heeft de groep ook nu niet. De Adviesraad is dan ook nog steeds van mening dat de afschaffing van een regeling die een kwetsbare groep met hoge zorgkosten een klein extra bedrag aan inkomsten opleverde, betrokkenen een inkomensachteruitgang oplevert. Indien het college dit negatieve inkomenseffect toch bewezen had willen hebben, dan had het onderzoek volgens de Adviesraad een andere opzet moeten hebben. Een onderzoek waarin er namelijk feitelijk een overzicht zou zijn gemaakt van de zorguitgaven en het besteedbaar inkomsten van de respondenten voor en na stopzetten, had waarschijnlijk wel echt hard inzicht opgeleverd of betrokkenen minder besteedbaar inkomen hebben voor en na stopzetting, en of men nu wel of niet is gaan bezuinigen op zorguitgaven.
Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat de Adviesraad het nog steeds een slecht idee vindt dat de ‘Tegemoetkoming Zorg’ is stopgezet. Het stopzetten van de regeling heeft in onze beleving bij de doelgroep, die weinig eigen mogelijkheden heeft om de eigen inkomenspositie te verbeteren, ook niet bijgedragen aan het vertrouwen in de lokale overheid. Het is een wrang gegeven dat dezelfde doelgroep ook nu hard geraakt wordt door de stijgende energieprijzen en de hyperinflatie.
Het is tegen deze achtergrond, dat de Adviesraad het college adviseert om het momentum te pakken om het stopzetten van de regeling ‘Tegemoetkoming zorg’ terug te draaien. En indien hiervoor eerst nog bewijsvoering nodig is dat het stopzetten van de regeling de doelgroep financieel geraakt heeft, zou hierna een korte termijn een andersoortig onderzoek moeten worden uitgevoerd. De contouren van een dergelijk onderzoek hebben we hiervoor al beschreven. In een eerder advies hebben wij gepleit voor een minima-effectrapportage zoals Het Nibud die uitvoert, om te bekijken wat de veelheid aan regelingen en bezuinigingen voor effecten hebben op verschillende huishoudenstypen, leeftijdsgroepen en inkomensbronnen.
Beter zou zijn het hele stelsel sterk te vereenvoudigen, omdat de doelgroep vaak de weg niet weet te vinden in het doolhof van regelingen. Zoals bekend is het niet-gebruik groot, zie ook de rapporten van het SCP en de Nationale Ombudsman. Juist nu zou daarvoor een goed moment zijn. De gemeente zou ons inziens op rijksniveau moeten aandringen op structurele oplossingen. En die worden niet gevonden in nieuwe regelingen die betrokkenen moeten aanvragen, maar in een pro-actieve aanpak. Gegevens over inkomen, eventueel vermogen en gebruik van zorg gegevens zijn immers allemaal bekend.
Adviesraad Sociaal Domein Leiden
20 september 2022
Hieronder de link naar het document:
Hier de brief van het college aan de gemeenteraad naar aanleiding van het advies over de monitor en het onderzoeksrapport
Deze brief is ook opgepakt door het Leidsch Dagblad. Hier het artikel van 7 december 2022